Project
Lectoraat Autonomie en Participatie

Individuele kenmerken van patiënten met COPD

Mensen met COPD ervaren – naast problemen met de ademhaling – ook vaak andere symptomen zoals minder spierkracht en een veranderde spijsvertering. Maar niet iedere persoon heeft altijd last van dezelfde klachten en er is een groot verschil in hoe COPD zich uit en met welke aandoeningen het gepaard gaat.

Zo worden in de recente COPD-richtlijn van het Koninklijk Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) zes verschillende patiëntgroepen onderscheiden op basis van hun ervaren ziektelast. Om deze patiëntengroepen te bepalen wordt gebruik gemaakt van vragenlijsten en fysieke tests. Verder laat recent onderzoek uit de systeembiologie zien dat eenzelfde chronische aandoening bij mensen andere biochemische oorzaken kan hebben. Deze verschillen worden ook wel ‘subtypes’ genoemd. Subtypes voor COPD worden onder andere vastgesteld via bloedonderzoek en vragenlijsten. Deze subtypes lijken een specifiek ziekteverloop te hebben. Hierdoor kunnen COPD-patiënten met een verschillend subtype anders reageren op eenzelfde behandeling.

Eén subtype sluit altijd het beste aan bij het lichaam en karakter van een persoon en wordt als vliegwiel gebruikt om sneller tot gepersonaliseerde zorg te komen. Op lange termijn zou dan de behandeling afgestemd kunnen worden op het individuele subtype van een patiënt met COPD. In dit onderzoek wordt daarom onderzocht of er bepaalde subgroepen bij mensen met COPD te vinden zijn die last hebben van dezelfde klachten.

Dit onderzoek wordt uitgevoerd door het Louis Bolk Instituut in samenwerking met de lectoraten Voeding, Leefstijl en Bewegen en Autonomie en Participatie van Chronisch Zieken van Zuyd Hogeschool.