Project
Wijkgerichte Zorg

Gemeenschapszorg

Het beroep van wijkverpleegkundige en de context waarin hij/zij dit uitoefent, is bijzonder.

Zo moet de wijkverpleegkundige enerzijds goed op de hoogte zijn van de sociale kaart, een netwerk kunnen opbouwen en dit onderhouden. Anderzijds moet hij/zij breed inzetbaar zijn en over een brede kennis beschikken. Kennis die verder reikt dan onderwerpen op het gebied van zorg en ziekte.  
De verpleegkundige moet ook de verbinding kunnen leggen met preventie, wonen en welzijn. En kennis hebben van wet- en regelgeving, zoals de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de Wet Langdurige Zorg (WLZ). Verder wordt er een grote creativiteit en flexibiliteit gevraagd om als 'gast' bij de mensen thuis de benodigde zorg te leveren of te organiseren.  

De wijkverpleegkundige is verantwoordelijk voor het stellen van de indicatie en de zorgtoewijzing. Dat betekent dat mensen rechtstreeks of bijvoorbeeld via hun huisarts, WMO-loket of gezondheidscentrum contact kunnen opnemen met een wijkverpleegkundige. Hij/zij beoordeelt dan samen met de zorgvrager wat er nodig is aan verpleegkundige zorg om langer thuis te kunnen wonen en bekijkt mogelijkheden om taken zelf te blijven uitvoeren. Dat is ook het uitgangspunt van de regering: 'thuis als het kan', 'digitaal als het kan' en 'zelf als het kan'. Zie ook het programma Wonen Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO-programma). 

Het verhelderen van de zorgvraag samen met de zorgvrager, het stellen van een verpleegkundige diagnose en het indiceren van zorg vormt de brede inhoud van de verplichte module gemeenschapszorg in leerjaar 2.

Meer weten?

Neem contact op met Stan Vluggen, via Stan.vluggen@zuyd.nl