Verpleegkunde | Operatieassistent of Anesthesiemedewerker

Je combineert de opleiding Verpleegkunde met de opleiding Operatieassistent of Anesthesiemedewerker. Je loopt in de eerste 2 jaar stage op diverse zorgafdelingen en de operatieafdeling. In het derde en vierde jaar leiden we je vooral op de operatieafdeling op.

Aan het eind krijg je 2 diploma’s: het hbo-v-diploma en het diploma Operatieassistent of Anesthesiemedewerker.

We noemen dit de HBOV-Technische leerroute.

In het eerste jaar ligt de nadruk op de verpleegkundige zorg op hbo-niveau en de relatie met anesthesiologische en operatieve zorg. Daarna ga je aan de slag op de OK-afdeling. Je werkt 4 dagen in het ziekenhuis en gaat 1 dag naar school.

Aan het eind krijg je 2 diploma’s: het hbo-v diploma en het diploma Operatieassistent of Anesthesiemedewerker. 

We noemen dit de verkorte HBOV-Technische leerroute.

Met een hbo-v diploma kun je je diploma aan de opleiding Operatieassistent of Anesthesiemedewerker in 2 jaar halen. Je werkt 4 dagen in het ziekenhuis en gaat 1 dag naar school. 

We noemen dit de post-HBOV -Technische leerroute.

Tijdens de drie- en vierjarige opleiding betaal je elk studiejaar collegegeld. Ook als je het hele jaar stage loopt. Goed om te weten: je maakt afspraken met het ziekenhuis over een tegemoetkoming in de kosten voor je boeken en ander studiemateriaal.

Studeer je in de tweejarige opleiding, dan betaalt het ziekenhuis de opleidingskosten. Je betaalt voor deze variant geen collegegeld. 

• Meer informatie over de hoogte van je collegegeld

In de onderwijs- en examenregeling (OER) vind je alles over de opleiding Operatieassistent of Anesthesiemedewerker, je begeleiding en hoe je wordt getoetst. 

• Bekijk de actuele OER. 

Het eerste jaar van je studie bestaat uit 4 blokken van 10 weken. Elk blok bestuderen we een ander onderwerp. 

Blok 1: wat is gezondheid? 
We duiken in de vraag wat gezondheid eigenlijk is. Welk gedrag hoort daarbij? En hoe beïnvloed je gezondheid? Natuurlijk kijken we daarbij ook naar jouw rol als verpleegkundige. 

Daarnaast verdiepen we ons in de volgende OK-onderwerpen: 

• Wat is de rol van de anesthesiemedewerker en operatieassistent? 
• Wat is anesthesiologie? 
• Wat is chirurgie? 
• Welke patiënten kom je tegen op een operatieafdeling?  

Blok 2: zorg in de wijk 
We bestuderen zorg en ondersteuning in de wijk. Stel, iemand herstelt thuis na een operatie en heeft zorg nodig. Partner, familie, buren of de fysiotherapeut in de wijk kunnen helpen. We leren je hoe je dat in kaart brengt en regelt. We gaan ook in de praktijk aan de slag. Je doet namelijk een halve dag per week vrijwilligerswerk in je eigen buurt. In het buurtcentrum, op de zorgboerderij of bij een asielzoekerscentrum leer je mensen kennen met verschillende achtergronden en problemen. 

Daarnaast zoomen we in op de volgende OK-onderwerpen: 

• Veiligheid van de patiënt 
• Patiëntscreening  
• Hoe ziet een operatieafdeling eruit? 
• Hoe leg je een patiënt op een operatie-bed? 
• Diversiteit van patiënten 
• Wat is een operatief zorgplan? 
• Gebruik van katheters  

Blok 3: zorg 
Het derde blok van je Hbo verpleegkundige opleiding bestuderen we ziekten en natuurlijk de zorg die jij als verpleegkundige daarbij geeft. We focussen op ziekten waarbij weinig complicaties optreden, bijvoorbeeld suikerziekte. Daarnaast leren we je hoe je gegevens verzamelt via gesprekken of onderzoeken. Hoe je een diagnose stelt en een rapportage schrijft. Ook trainen we eenvoudige verpleegkundige handelingen zoals wondzorg. 

Verder gaan we in op de volgende OK-onderwerpen:  

• Toepassing plaatselijke verdoving  
• Mechanische beademing 
• Chirurgie bij patiënten met complicaties van suikerziekte 
• Chirurgie en wondzorg 
• Communicatie met chronisch zieke patiënten 
• Oefenen met positioneren van patiënten op een operatiebed

Blok 4: zorg en korte stages 
We gaan een stapje verder en focussen op ziektes met grotere risico’s en een ingewikkelder behandeling. Bijvoorbeeld blaasontsteking waarbij de patiënt zo ziek kan worden dat hij ernstig verward raakt. We oefenen nog meer verpleegkundige vaardigheden, bijvoorbeeld hoe je een blaascatheter inbrengt. Ook trainen we communicatieve vaardigheden. Goed luisteren en de juiste vragen stellen, informatie geven en verslagen schrijven. Zo weet je wie nodig is om de juiste zorg te geven: familie, artsen of andere zorgverleners. 

We bekijken de volgende OK-thema’s: 

• Zorgplan en operaties bij borstkanker 
• Pijnbestrijding 
• Zorgplan en operaties galblaas   
• Chronische neurologische aandoeningen  

Stage
Je gaat 3 keer op stage. Je loopt 2 keer mee op de operatieafdeling van je ziekenhuis. 1 stage werk je in een andere instelling. 

We duiken dieper in de onderwerpen. We geven colleges en vaardigheidstrainingen en je werkt in groepen aan opdrachten. Soms ook met studenten van andere zorgopleidingen, zoals Ergotherapie of Fysiotherapie. Daarnaast bestuderen we complicaties tijdens anesthesie en chirurgie. Ook leren we je omgaan met medische technologie. 

Stage
Je gaat een paar keer op stage. In de eerste helft van het jaar loop je stage bij een zorginstelling waar hbo verpleegkundigen werkzaam zijn. In de tweede helft van het jaar loop je 12 weken stage in je eigen ziekenhuis. Eerst werk je 5 weken op de operatieafdeling. Daarna loop je 7 weken stage op een verpleegafdeling met operatiepatiënten. 

Vanaf het derde jaar werk je 4 dagen op de operatieafdeling en verpleegafdeling in je eigen ziekenhuis. 1 dag in de week volg je onderwijs op Zuyd en verdiepen we ons steeds meer in anesthesiologische en operatieve zorg. 

Afstuderen 
Het zit er bijna op! In het ziekenhuis laat je zien dat je een goede hbo-verpleegkundige en anesthesiemedewerker of operatieassistent bent. Daarnaast schrijf je een adviesrapport, bijvoorbeeld over een verbetering in de anesthesiologische of chirurgische zorg door toepassing van technologie.  

Afstudeertitel 
Na je afstuderen is je titel ‘Bachelor of Science’ en je ontvangt het diploma Bachelor of Nursing  en het diploma Anesthesiemedewerker of Operatieassistent.  

Je assisteert de anesthesioloog, de arts die gespecialiseerd is in het verdoven of onder narcose brengen van de patiënt. Je controleert voor de operatie de materialen en apparatuur en zet deze klaar. Je haalt de patiënt op en legt uit wat er gaat gebeuren. Vervolgens help je de anesthesioloog bij het toedienen van de narcose of verdoving.

De anesthesioloog blijft er niet bij tijdens de operatie, dus let jij op de patiënt en bewaak je o.a. hartslag, bloeddruk en ademhaling. Als het nodig is, corrigeer je deze waarden met medicijnen en informeer je de anesthesioloog.

Na de operatie zorg je er samen met de anesthesioloog voor dat de patiënt ontwaakt uit de narcose. Jullie brengen diegene naar de uitslaapkamer waar je helpt met het aansluiten op bewakingsapparatuur. 

Tijdens een operatie zijn er meestal 2 of 3 operatieassistenten aanwezig: een instrumenterende, een assisterende en een omloop operatieassistent. Samen zorgen jullie ervoor dat de operatie veilig en soepel verloopt. Je wisselt van taak. 

Instrumenteren 
Je ondersteunt de chirurg tijdens de operatie door alle noodzakelijke instrumenten en materialen beschikbaar te stellen. Voorafgaand aan de operatie desinfecteer je het operatiegebied en dek je het af met steriele doeken. 

Assisteren 
Jij bent de rechterhand van de chirurg. Je dept en zuigt bloed weg, assisteert bij hechten of verwijderen van klemmen. Voorafgaand aan de operatie desinfecteer je het operatiegebied en dekt het af met steriele doeken. 

Omlopen 
Jij bent de schakel tussen het steriele team en de niet-steriele omgeving. Je zorgt dat de patiënt op tijd op de operatiekamer is en haalt instrumenten en materialen uit de (onsteriele) verpakking en geeft deze aan de (steriele) instrumenterende assistent. Je stelt de patiënt gerust. Ook bedien je de apparatuur en verzorg je de administratie.