De gang op gestuurd: beter schikken in rechtszaken
Pogingen tot schikken in Nederlandse rechtszaken kunnen veel beter. In een op de drie procedures schikken mensen, maar lang niet iedereen die schikt, is na afloop ook tevreden. Het onderliggende conflict sluimert vaak verder. Ligt daar een rol voor de rechter en voor advocaten: conflicten oplossen? Meer nog dan juridische knopen doorhakken? Lucas Lieverse, docent en onderzoeker bij de opleiding HBO-Rechten van Zuyd Hogeschool is 18 november gepromoveerd aan de Universiteit Utrecht op het proefschrift “De gang op gestuurd”. Hij doet aanbevelingen voor de praktijk rond schikken.
Voor zijn onderzoek heeft Lucas Lieverse 24 civiele rechtszaken geobserveerd, in de zittingszaal en op de gang, bij de rechtbanken in Utrecht en Limburg. Het meeluisteren op de gang en het analyseren van wat daar gebeurt, was nog onontgonnen terrein. Terwijl een schikking vaak dáár, tijdens de schorsing van een zaak wordt getroffen. Wat gebeurt er op die gang? Met die vraag ging Lieverse het veld in. In twintig van de 24 door hem geobserveerde zaken werd geschorst waarna partijen de gang op gingen. Lang niet altijd met een vruchtbaar resultaat; er werd maar in zes zaken geschikt .
Tips voor de praktijk
Lieverse doet een aantal aanbevelingen, zowel aan advocaten, als aan rechters, om schikken beter te laten verlopen, danwel om zinloze pogingen op de gang te voorkomen.
De rechter zou de verwachtingen van beide partijen beter moeten managen. “Veel mensen zijn principieel als ze voor de rechter staan, ze zien hun zaak vaak als zwart-wit en bereiden schikkingsonderhandelingen nauwelijks voor. Ze komen om te winnen. Wordt de mogelijkheid van schikken door de rechter ter sprake gebracht, dan weten ze eigenlijk niet wat ze ermee aan moeten. Ze zeggen niet wat hen kan helpen en rechters vragen er amper naar.” Lieverse: “Partijen de gang ‘op sturen’ met de mededeling dat doorprocederen geld kost en ‘van een kale kip niet te plukken valt’, helpt niet als het gaat om de erkenning van aangedaan leed en als partijen verzekerd zijn tegen de kosten van de procedure.” Ook advocaten hebben hier een rol. Het vergt praten, luisteren, afstemmen en het toetsen van veronderstellingen. Is een cliënt daadwerkelijk principieel en is hij het beste af met een vonnis?
Daarnaast: “Wat in één zaak werkt, hoeft dat niet te doen in een andere . Schikken is maat- en mensenwerk.”
Lieverse, die ooit zelf advocaat was, zegt dat “schikken” in de opleiding ook meer aandacht verdient. “Het doen van een openingsbod, het onderzoeken van de belangen van partijen, het terugkoppelen aan de rechter wat er op de gang besproken is, het vinden van een duurzame oplossing. In de opleiding ligt de focus nu toch vooral op het oplossen van de juridische puzzel.”
Wat willen wij van de rechter?
En als het dan toch tot een schikking komt, is lang niet iedereen tevreden. Er zijn misschien afspraken gemaakt, maar de procespartijen, of dat nu buren, familieleden of compagnons zijn, hebben nog steeds ruzie. Ook dat kan mogelijk beter. Lieverse: “Maar het is de vraag wat we van rechters en advocaten willen: juridische knopen doorhakken of (ook) onderliggende problemenoplossen? Lieverse gaat verder: “Dat laatste vraagt nogal wat. In de wetenschap zijn zowel kritische als ondersteunende geluiden voor deze conflictoplossende functie van rechtspraak en ik zag grote verschillen in hoe actief rechters en advocaten daarin zijn. Ik vind het tijd voor een onderzoek naar de taakopvatting onder rechters en advocaten. Als zij er zijn om mensen te helpen, hoe doen ze dat dan het beste? Daar moeten we in brede zin over discussiëren.”
Ga hier naar het proefschrift.