Nieuw collegelid Rob van Kan: ‘Ik verheug me om te beginnen!’

Wie is Rob van Kan?

‘Ik ben geboren en opgegroeid in Elsloo in een fijn gezin en een al even fijne sociale omgeving. Na de middelbare school in Geleen wilde ik graag bij de politie werken, rechercheur worden, maar er waren destijds bijna geen opleidingsplekken. Biometrie bij wat nu Zuyd Hogeschool in Heerlen is, bleek een fantastisch alternatief. Vanaf mijn zesde voetbal ik daarnaast bij Haslou in Elsloo. Ik voetbal nog steeds bij de veteranen van FC Catsop. Nog wel fanatiek ja, maar de derde helft is ook belangrijk. De jongens weten dat ik graag dingen regel, dus ze hebben me voorzitter van de club gemaakt.’

Je bent een trotse Limburger, zeg je zelf.

‘Ja, na de bachelor biometrie kon ik bij de Politieacademie in Apeldoorn beginnen met een nieuwe opleiding: Criminal investigation. Een master recherchekunde, gecombineerd met het reguliere curriculum tot politieagent. Zo kon ik toch doen wat ik als klein jongetje al zo mooi vond: werken bij de politie. De serie Baantjer vond ik als kleine jongen geweldig. En ik lees nog steeds graag politiethrillers van Scandinavische auteurs als Nesbo, Mankell en Nesser. Na de opleiding kon ik bij de politie in Limburg aan de slag. Daar heb ik twaalf jaar gewerkt in diverse hele mooie functies. Mijn laatste functie voordat ik overstapte naar het Centraal Bureau voor de Statistiek was hoofd opsporing van Limburg.’

Wat heb je gedaan voor de politie?

‘Ik heb nooit een boete uitgeschreven of iets dergelijks. Wel kreeg ik de kans om meer techniek toe te voegen aan het recherchewerk. Lijkschouwing met behulp van MRI- en CT-scanners bijvoorbeeld, de inzet van digitale technieken en de aanpak van cybercrime. Later kreeg ik als hoofd opsporing de eindverantwoordelijkheid in grote zaken. Het DNA-onderzoek rond Nicky Verstappen, de zoektocht naar Thijs H., het oprollen van grote criminele samenwerkingsverbanden. Spannend en heel boeiend maar compleet anders dan in de boeken van Baantjer of de serie Flikken Maastricht. Daar is de werkelijkheid ver weg. Rechercheren is monnikenwerk met veel administratieve handelingen. Het vergt uithoudingsvermogen. Na twaalf jaar was het dus tijd voor wat nieuws.’

Je verhuist nu van ’buurman’ CBS waar je bijna drie jaar hebt gewerkt als Hoofddirecteur Dataservices, Research en Innovatie naar Zuyd Hogeschool. Ben je uitgekeken op data en statistiek?

‘Nee, integendeel. Datascience is een razend interessant en snelgroeiend vakgebied waarmee we allemaal te maken hebben en krijgen. Het CBS vervult daarin een spilfunctie met de enorme bergen data en statistieken die knappe koppen beheren, analyseren en geschikt maken voor overheidsbeleid. Mijn opdracht was in eerste instantie om het management anders te organiseren. Dat is sneller dan verwacht en goed gelukt. De medewerkers kunnen hun werk nog beter doen. Volgens mij is dat het doel van een goede manager: anderen beter laten functioneren. Het CBS behoort tot de wereldtop op het gebied van statistiek, speelt in de Champions League. Natuurlijk had ik kunnen blijven, maar gevoelsmatig zat ik te ver weg van de mensen. Ik wilde meer midden in de samenleving staan en echt een bijdrage leveren aan de Limburgse gemeenschap.’

Kun je als bestuurder van Zuyd meer onderdeel uitmaken van de Limburgse gemeenschap?

‘Nou, als eerstverantwoordelijke voor bedrijfsvoering heb ik te maken met docenten, onderzoekers en ondersteunend personeel. Het is mijn missie om hen zo goed mogelijk te faciliteren zodat onze studenten verzekerd zijn van het beste onderwijs. Dat vergt veel directe contacten, óók met studenten om te achterhalen waar hun behoefte ligt. Als we daarnaast de banden met bedrijfsleven, overheden en andere onderwijsinstellingen in de regio versterken, kunnen we als Zuyd nog meer impact maken. Ik zie kansen in het benutten en inzetten van data samen met onze netwerkpartners en opleidingen. Daar ga ik mijn best voor doen.’

En ondertussen ben je ook nog bezig met een promotietraject bij de universiteit van Maastricht?

‘Dat klopt. Ik werk al een aantal jaren aan de universiteit van Maastricht aan een onderzoek naar de inzet van CT-scanners bij overledenen naar aanleiding van een schietincident. Prachtig dat ik dat terwijl ik bij Zuyd aan de slag ga mag afronden, omdat het een onderzoek is dat direct toepasbaar is in de praktijk. Dat is precies wat ik zo mooi vind aan Zuyd: de vertaling van onderzoek naar de praktijk. Ik hoop volgend jaar mijn proefschrift te mogen verdedigen.’

Je woont in Elsloo samen met je partner Leonne. Wat doe je naast je werk?

Samen met Leonne ben ik co-ouder van mijn zoontjes Sef (5) en Louis (3). Ze wonen voor de helft van de tijd bij ons in Elsloo. We gaan graag uiteten met ons tweeën of vieren en trekken er graag op uit om leuke dingen te doen. Daarnaast doe ik aan hardlopen, fietsen, voetballen en ga ik graag op wintersport. Sport is altijd belangrijk geweest voor mij. Het helpt me te ontspannen en mijn hoofd leeg te maken. Daarmee is het altijd een rode draad in mijn privéleven geweest. Net als onderwijs trouwens. Mijn moeder was lerares, mijn vader werkte bij een overkoepelend schoolbestuur en mijn broertje heeft de pabo gedaan. Ik moest zo nodig wat anders en kijk waar ik uitkom: bij Zuyd. Op een plek in de organisatie die voor mij gemaakt is. Ik verheug me om te beginnen!’

Rob van Kan werd op 6 juni benoemd als lid van het College van Bestuur.