Prinsjesdag 2023: “Miljoenennota beschermend en afwachtend”
Dinsdag 19 september is de Miljoenennota 2024, getiteld Begroten voor brede welvaart, gepresenteerd door het kabinet. In deze Miljoennota is – logischerwijs – veel aandacht voor inkomensgerelateerde onderwerpen. Ook het onderwijs komt in de Miljoenennota aan bod. André Postema, voorzitter College van Bestuur van Zuyd Hogeschool, neemt de onderwijsparagraaf nader onder de loep.
“De Miljoenennota 2024 zou ik willen samenvatten als beschermend en afwachtend. Dit hangt samen met enerzijds de weerslag die de nog steeds forse inflatie op onze koopkracht heeft en waar gelukkig de lage en middeninkomens het komend jaar (deels) voor worden gecompenseerd. Anderzijds noopt de demissionaire status van het kabinet tot een bescheiden opstelling, zodat ingrijpende beleidsvoorstellen achterwege blijven. Begrijpelijk. Maar ook te betreuren, gezien de grote opgave om te investeren in een sterke samenleving die rust op solidariteit en vertrouwen, in vrede en veiligheid voor iedereen, in het aanpassen van onze productie en consumptie zodat toekomstige generaties ook een leefbare aarde hebben.
Pas op de plaats
Voor het onderwijs geldt eveneens dat een pas op de plaats wordt gemaakt. Terwijl ook hier juist slagvaardig beleid gewenst is. Want er is nogal wat aan de hand. Vooral in het primair en voortgezet onderwijs lukt het maar niet om het schrijnende tekort aan leerkrachten aan te pakken. Daarnaast luiden de scholen samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten de noodklok over de slechte staat van de schoolgebouwen. Dat staat in schril contrast met het beroepsonderwijs en de universiteiten, die niet geheel toevallig zelf het huisvestingsbudget beheren. In de Miljoenennota lezen we hier echter niets over, terwijl goede voorzieningen en een goed binnenklimaat toch essentieel zijn voor een gezonde school.
Dikke pluim
Veel aandacht is de afgelopen jaren uitgegaan naar het middelbaar beroepsonderwijs – en terecht. Te lang hebben politiek en samenleving het mbo gezien als minderwaardig, terwijl vakmanschap en praktische vaardigheden juist harder nodig zijn dan ooit. Voor de herwaardering van het mbo verdient de huidige, demissionaire minister Dijkgraaf een dikke pluim.
Ongewenst verschil
Helaas wordt noch in het coalitieakkoord, noch in de Miljoenennota specifiek over het hoger beroepsonderwijs gerept. Er is immers een dringende behoefte aan hbo-afgestudeerden. In het bijzonder in de gezondheidszorg, de techniek, de ict en het onderwijs. En dat terwijl het hbo verreweg het goedkoopste vervolgonderwijs in Nederland biedt: 7.878 euro per jaar per student, tegenover 9.027 euro voor mbo-studenten en 9.784 euro voor wo-studenten (bron: CBS). Dit grote verschil met de universiteiten komt vooral doordat de overheid per wo-student veel meer uitgeeft aan onderzoek dan voor een student in het hbo: ruim tien keer zoveel. En dat verschil is ongewenst, omdat juist praktijkgericht onderzoek er vaak direct op gericht is maatschappelijke en economische problemen aan te pakken.
Centrale rol
Naast extra middelen voor praktijkgericht onderzoek had het niet misstaan wanneer de Miljoenennota geld had gereserveerd voor het ondersteunen van de rol van het hbo in de regio. Iedere regio in Nederland heeft een hbo-instelling, die in die regio een centrale rol speelt in het verbinden van bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden met kennis en innovatie. Deze rol is overal belangrijk – en in het bijzonder in de grensregio’s van ons land.
Leven Lang Ontwikkelen
Tot slot had het voor de hand gelegen dat de Miljoenennota fors zou inzetten op het Leven Lang Ontwikkelen van de beroepsbevolking. Gegeven de dubbele vergrijzing is het essentieel dat iedereen die kan en wil werken maximaal is toegerust. De publieke onderwijsinstellingen (mbo, hbo en universiteiten) zijn als geen ander in staat om kwalitatief hoogstaand, geaccrediteerd én toegankelijk LLO-onderwijs aan te bieden. Dit is momenteel nog geen wettelijke en bekostigde taak, terwijl het zowel werkzoekenden, werknemers als werkgevers enorm zou helpen.
Al met al dus een beschermende en afwachtende Miljoenennota. Niet onverwacht, wel ongewenst."