Lector Erik van Rossum weinig verrast door de Miljoenennota
Zuyd-lector Wijkgerichte Zorg: ‘Echte keuzes in de zorg blijven uit’
De Miljoenennota 2023 zou zo maar de geschiedenis kunnen ingaan als de Crisisnota. De Energiecrisis, de Stikstofcrisis, de Klimaatcrisis; ze drukken zwaar hun stempel op de rijksbegroting voor 2023. Los van de crises ziet Erik van Rossum na een snelle scan weinig nieuws onder de zon. ‘Ik had gehoopt op scherpere keuzes in het hoofdstuk gezondheidszorg’, aldus de lector Wijkgerichte Zorg en leading lector Gezonde Samenleving bij Zuyd Hogeschool. ‘Helaas blijft het een beetje pappen en nathouden.’
De zorg wordt onbetaalbaar, het (dreigende) tekort aan zorgpersoneel en het ziekteverzuim onder professionals is meer dan verontrustend, net als de krimpende instroom van nieuwe medewerkers en studenten. En met de toenemende vergrijzing kan het alleen maar erger worden. Uiteindelijk zal de wal het schip keren en koersen we af op een volgende crisis; een ineenstortend zorgsysteem.
Geen verschuivingen
Een tikje overdreven somber toekomstbeeld wellicht, maar Erik van Rossum voorziet wel degelijk een crisis bij ongewijzigd beleid. ‘Al een kwart eeuw herhalen we dezelfde mantra’s’, zegt de gepromoveerd gezondheidswetenschapper, sinds 2008 werkzaam bij Zuyd als lector Zorginnovaties voor kwetsbare ouderen en later als lector Wijkgerichte Zorg en leading lector van het transitiethema Gezonde Samenleving. ‘De zorg moet beheersbaar blijven. We moeten meer inzetten op preventie en gezondheidsbevordering, technologische ontwikkelingen aanjagen, zelfredzaamheid en gezonder leven stimuleren, meer taken neerleggen bij de eerstelijns in plaats van de specialistische zorg. Allemaal punten waar we het met z’n allen over eens zijn. Maar als ik zie hoe de middelen verdeeld worden dan zie ik geen verschuivingen.’
Verhoudingen
Ter verduidelijking veegt Erik van Rossum zijn ronde vergadertafel leeg. ‘Stel dit is een taart. Een taart die elk jaar een beetje groter gebakken wordt, maar aan de verdeling verandert niets. Relatief gezien gaat elk jaar eenzelfde deel naar cure en care, naar verpleeg- en thuiszorg en naar preventie- en bevordering van gezondheid. Als je echt wilt veranderen en meer nadruk legt op de laatstgenoemde taartpunt, dan moeten de verhoudingen veranderen. Dat gebeurt niet. Jaarlijks wordt aan elke Nederlander ruim 5000 euro aan zorgkosten uitgegeven. Zo’n 22 euro daarvan wordt besteed aan gezondheidsbevordering, aan gezonder leven dus. Daar zit geen beweging in Hoezo preventie?’
Visie lange termijn
Maar dat recent gesloten Zorgakkoord dan? Daarin wordt toch duidelijk een poging gedaan om verschuivingen te realiseren? ‘Jawel. Er is extra geld voor de huisartsen en de verpleegkundige zorg aan huis beloofd, twee keer vier miljard meen ik. Natuurlijk is dat belangrijk, maar het is nog de vraag of dit gaat lukken en hoe structureel die extra middelen zijn. Als het slechts een eenmalige incentive is verandert er niet zo veel. En dat is net niet de bedoeling. Niet voor niets hebben huisartsen het akkoord niet getekend en zijn verpleegkundigen heel aarzelend akkoord gegaan. Dit zijn sleutelpartijen in de gewenste transities, maar zij missen een lange termijnvisie en vrezen dat er nog meer druk bij hen komt te liggen. Er zijn structurele uitdagingen. Die vergen scherpere keuzes, een echte ommezwaai.’
We moeten meer inzetten op preventie en gezondheidsbevordering, technologische ontwikkelingen aanjagen, zelfredzaamheid en gezonder leven stimuleren, meer taken neerleggen bij de eerstelijns in plaats van de specialistische zorg.
Veel partijen
Mooi gezegd, maar hoe dan? ‘Allereerst dit. We hebben in Nederland kwalitatief goede zorg met uitstekende artsen, ziekenhuizen, verpleeghuiszorg en thuiszorg. Het wordt echter onbetaalbaar en onhoudbaar. Nu gaat 14 procent van ons nationaal inkomen op aan zorg, dat loopt bij ongewijzigde beleid op naar 20. Nu werkt een op de zeven werkenden in de zorg, dat loopt op naar een op de vier à vijf werkenden. Dat gaat ons gewoonweg niet lukken. We ontkomen niet aan scherpe keuzes. Probleem is echter dat er zo veel partijen in die zorg een rol spelen. Verzekeraars, professionals, verschillende overheden, de politiek. Ieder met eigen belangen en dat vind je terug in zo’n Zorgakkoord. Mooi dat er consensus bereikt wordt, maar het leidt nog niet tot echte veranderingen. Echt kiezen voor zorg op afstand, e- en m-health, schotten in het zorgaanbod aanpakken. Nadenken over dure en levensrekkende behandelingen, over medicijngebruik. De ouderenzorg anders inrichten.’
Experimenteren
Erik van Rossum ziet de urgentie niet meteen terug in de Miljoenennota, maar hij wil niet alle verantwoordelijkheid leggen in Den Haag. ‘Integendeel. We moeten ook zelf onze verantwoordelijkheid nemen. In Zuid-Limburg hebben we dat gedaan; vier jaar eerder dan het landelijke zorgakkoord is hier al een regionaal zorgakkoord afgesloten! Juist omdat hier de bevolking relatief ongezond is en het beroep op de gezondheidszorg hoog. En met de programma’s Trendbreuk en de Gezonde Basisschool lopen we voorop. Mede neergezet en gefinancierd door de regio. Als Zuyd dragen we als kennisinstelling bij aan de uitdagingen in de regio, we verbinden partijen, doen onderzoek en leiden de mensen op voor de zorg van de toekomst. We zien positieve resultaten, omdat alle partijen bereid zijn tot samenwerken, experimenteren. Daar moeten we de komende jaren vol op inzetten. Om die nieuwe crisis te voorkomen….’